Teirlinck publicaties
Vele teksten van Herman Teirlinck zijn niet meer beschikbaar. Talloze teksten van zijn hand zijn vrijwel onbekend. Jaarlijks maken we een kleine, fijne publicatie, met daarin een tekst van Teirlinck, een van zijn tijdgenoten, of van hedendaagse auteurs die in opdracht van het huis een nieuwe tekst schreven.
In Metter Sonnewende staan we stil bij het poëziedebuut van Herman Teirlinck uit 1898. De 18-jarige Teirlinck brengt voor het eerst poëzie uit, zowel onder zijn eigen naam als onder (vrouwelijke) pseudoniemen. Bovendien voorziet hij elk gedicht van een zelfgemaakte illustratie. Een selectie van deze gedichten en beelden hebben we aangevuld met poëzie van dichters-in-residentie uit het huis van Herman Teirlinck: Luuk Gruwez, Miriam Van Hee, Hans Depelchin en Sara Eelen.
.
In Het Brabants Brueghellandschap staat de Zennevalei centraal. Schrijver Peter Terrin, die in juni 2023 in de residentie van het huis van Herman Teirlinck verbleef, maakte een reeks verstilde omgevingsfoto’s die een mooie illustratie vormen bij Herman Teirlincks tekst Het Brabants Brueghelreservaat bedreigd die in 1951 verscheen.
.
In De Taak brengen we teksten samen uit het programma ‘Teirlinck Tijdgenoot: August Vermeylen’ van 15 mei 2022 samen. Vermeylen schreef De Taak in 1945, maar kon de publicatie ervan niet meer meemaken. De tekst verscheen postuum in het eerste nummer van Nieuw Vlaams Tijdschrift, dat Teirlinck en Vermeylen samen hadden opgericht. Auteurs Hind Eljadid en Hind Fraihi voorzagen Vermeylens reflecties over hoop op een betere toekomst van een hedendaags antwoord.
.
Bij mijn venster is één van de negen teksten uit Ode aan mijn hand, een bundel ‘Tijdgeestige oefeningen’ die Herman Teirlinck publiceerde in 1963, vier jaar voor zijn overlijden. Lezend kunnen we meekijken door het venster in zijn woning aan de Uwenberg.