DE KONING VAN DE LAATSTE KILOMETER
Door Alex Schröder

<- Terug

Geachte heer Teirlinck,

Toen mijn lief vertelde over de mogelijkheid om u een brief te schrijven raakte ik enigszins verward.
Herman Teirlinck? Herman? Zou ze zich vergissen en Willy bedoelen? Dat moest bijna wel. Willy Teirlinck de bekende Vlaamse schrijver/dichter.
Uiteraard heb ik mijn twijfel wijselijk voor haar verzwegen en ontdekte ik al spoedig mijn vergissing en de grootsheid van uw werk. 
De gedachte aan uw naamgenoot (en wie weet achterneef?) Willy bleef echter rondspoken in mijn hoofd. Toen wist ik het weer. Willy, de koning van de laatste kilometer.

Nu, ruim een week later, sta ik op mijn kleine balkon en aanschouw ik het leven in de Haagse Weimarstraat. De wereld lijkt zich inmiddels te herpakken. 

De bloemenwinkel aan de overkant heeft het drukker dan ooit. De cafeetjes zetten voorzichtig hun stoelen weer buiten.
Het geeft een dubbel gevoel, want welbeschouwd is er niets opgelost.
Ja de ‘eerste piek’ is bezworen en het volk is gretig, klaar om te consumeren en alles te vergeten.
Een schijnzekerheid, want hoe het straks verder gaat weet niemand. Maar misschien is dat de beste manier om te overleven. Vergeten en doorgaan.

Zou er straks weer koers zijn? Er is een nieuwe kalender gemaakt. Deze is definitief!
Ook De Ronde van Vlaanderen, de Hoogmis van het wielrennen, zal alsnog doorgaan.
Zegt men. Denkt men. Zeker en vast. Hoopt men.
Willy Teirlinck wist Vlaanderen nooit te winnen, maar zijn beste prestatie, een zesde plaats in 1976 mag er zijn. De Paddestraat was er dat jaar voor het eerst bij. Van de 168 gestarte coureurs haalden er slechts 44 de eindstreep.

Bij de bloemenwinkel – die welbeschouwd nooit gesloten was, zo gaat dat met een intelligente lockdown – zie je de laatste maanden opvallend veel bezwete hardloopmeisjes. Zo ook nu. Alsof ze zichzelf na gedane inspanning willen belonen met een mooi boeket. Ze staan geduldig in de rij, zwart met felroze, druk pratend, op anderhalve meter afstand van elkaar.

In de Hel van het Noorden werd Willy ooit tweede, achter Roger de Vlaeminck, monsieur Paris- Roubaix zelve. Hij werd er ook eens vierde, wederom met de Vlaeminck als winnaar. En zesde, achter Francesco Moser. Grote namen. Was Willy Teirlinck een Flandrien?
In ieder geval een coureur om serieus te nemen. Vijfvoudig etappewinnaar en een halve dag gele-trui-drager in de Tour de France, Belgisch kampioen en meer van dat soort mooie dingen.

Verderop in de straat een pakketbezorger, die lijkt nog niet overtuigd van de goede ontwikkelingen. Met blauwe rubberhandschoenen en een zwart mondkapje op sleept hij een onhandig grote doos de stoep op.
Hij belt aan en doet gelijk drie stappen achteruit. Onrustig loert hij om zich heen. De voordeur blijft dicht.

De Ronde gaat dus echt door. En Parijs-Roubaix. En ook la Primavera (Willy Teirlinck, 24e in 1976, de winnaar Felice Gimondi). En de klassieker van de Vallende Bladeren. En de Giro, de Tour, de Vuelta.
Als er tenminste geen tweede piek komt. Of nieuwe brandhaarden. En weer een lockdown.

De zon schijnt fel, zoals tegenwoordig elke dag. De wereld ziet er onbezorgd uit. Als je het nieuws niet zou volgen zou je denken dat er niets aan de hand was. Onwetendheid kan de redding zijn.
Achter me klinkt de radio. Er zijn 570.000 nertsen ‘geruimd’. Of iets duidelijker, vergast.
Ja want ze kunnen misschien het virus doorgeven. Wie wist dat we hier in Nederland 570.000 nertsen hielden? En met wat voor reden?

Daar een hipster op een oude Flandria. Roestig chroom, rood, met witte letters.
Ook hij is onwetend. Ongetwijfeld heeft hij geen idee van de historie van zijn eigen fiets.
Van de koers. Van de kasseien van de Paddestraat toen die nog niet herlegd was. Van De Ronde.
Geen idee van het bestaan van Willy Teirlinck, laat staan van zijn eindschot. In de laatste kilometer was hij onhoudbaar, niemand reed zo snel als hij naar de streep.

De doos is terug in het bestelbusje en vervolgt zijn weg. De inmiddels bebloemde hardloopmeisjes posteren zich in een nieuwe rij, nu voor de coffee-to-go shop (ongetwijfeld gaan ze voor een biologische haver cappuccino met vegan carrotcake).
De hipster komt alweer teruggereden, zeker iets vergeten in zijn onwetendheid.

Hij botst zowat op de buurtzonderling die zoals altijd met een dromerige blik de straat oversteekt en zich door niets en niemand van de wijs laat brengen. Zeker niet door hipsters en virussen.
Niet te stoppen is hij met zijn boodschappenkarretje.
‘Nou, nou, asjemenou. Nou, nou, asjemenou’.

Denkt u, geachte Herman, dat (uw misschien wel achterneef) Willy Teirlinck, geboren 10 augustus 1948 te Teralfene, profwielrenner met 95 overwinningen, de specialist van de laatste kilometer, op de hoogte is van uw kunstzinnige werken, of zou hij net zo onwetend zijn als ik?

<- Terug