Het verkeerde deel van de straat
Door Ingrid Brion

<- Terug

Wat ik door het venster zie, Herman ? Het verkeerde deel van de straat!

Dat klinkt misschien wat bruut. Maar daarover zo dadelijk meer.

Laat me even het raam openen. Hoor je het? Stilte, vogelgezang, een paar stemmen en het geritsel van de wind in de bladeren en dan een enkele wagen. Normaal is de straat verzadigd met auto’s op weg naar de Colruyt, de trein, de volgende gemeente. Een verdwijnpaal moet elke dag een paar uur veiligheid scheppen. Door de lockdown is de drukte tot onze grote tevredenheid flink teruggeschroefd.

Jammer van de omstandigheden, maar de rust bevalt me wel. Ik leun op de vensterbank. Beneden op het fietspad passeren vijftig tinten grijs, dames op de fiets die met uitgroeien variërend van enkele centimeters tot een gigantische asfaltbaan boven op het hoofd voorbijrijden. Genietend van de relatieve rust en het zonnetje, zich wellicht niet bewust van hun erbarmelijke kapsel.

Op de hoek woont een buurvrouw, uitgroei van vier cm links en rechts van de middenstreep in rossige haardos. De echtgenoot maalt er niet om, ze hebben al veertig jaar huwelijk achter de rug. Er zal al wel eens een haar in de boter zijn, dan is het nu maar eens een grijze. Niet dat het prijzenswaardige jubileum uitbundig gevierd is, hoe kan het ook als ieder in z’n kot moet blijven. Maar de kinderen hebben een levensgroot hart met welgerichte Amorpijl op de straat geschilderd, met een dikke vette 40 erin en hun namen errond. Toch wel een mooi neveneffect van Corona. In normale omstandigheden zou je al overreden zijn alleen door nog maar te denken aan een boodschap op het asfalt.

Recht tegenover poetst de buurman voor de zoveelste keer z’n blitse oranje moto. Als hij nog veel wrijft, blijft er nog amper carrosserie over.  Misschien geen teken van ingebakken properheid maar gewoon van positie innemen om praatjes uit te lokken. Onder andere met zijn buurvrouw die elke namiddag haar raam beneden openklapt als een poppenkast.  Ze leunt naar buiten, de zwangere buik ingedeukt door de vensterbank, het blonde kopje van haar kind druk reikend om naar buiten te kijken.  Haar buren hebben dan weer 2 strandstoelen in hun mini voortuin geparkeerd en genieten druk gesticulerend van het zonnetje.  De thuiswerker van de overkant wandelt de straat over om hen deelgenoot te maken van zijn “baalgevoel” en steekt een sigaret op om z’n rusteloosheid te verjagen. Gemeentearbeiders zaaien een bloemenmengeling in de boomspiegels. Mooi woord trouwens, “boomspiegel”, nooit gehoord voor de infobrief in de bus viel. We hoeden ons om er per ongeluk pardoes een vuilniszak op te poten. Binnenkort bloemenpracht in de straat.

Ja, Herman, wellicht denk je, dit lijkt me tamelijk idyllisch. Waarom dan zeggen dat je het verkeerde deel van de straat ziet?

Wel, aan het begin van de straat bevindt zich een Colruyt supermarkt waar wagens vanaf de hoofdbaan toestromen. Nooit gedacht dat het zo’n spannende plek zou worden. Begon het al voor de lockdown met enorme rijen hamsteraars, graaiers die met tonnen bloem en torens toiletpapier naar buiten kwamen, dan moeten we nu vaststellen dat de kasten bij de mensen bijzonder goed uitgerommeld en leeg moeten zijn. En belangrijker, ze moeten terug gevuld worden. Nog steeds wordt er aangeschoven, gewacht, met grote tusenspaties. Eerst moet er een merkwaardig hofballet uitgevoerd worden, een heel vierkant wandelen om dan pas naast de gevel van de supermarkt dichter en dichter bij een gegeerde ontsmette kar te komen. Heb je geluk dan kan het volstaan van één zijde van de parking geduld te oefenen om dan de eindsprint richting kar te houden.  De ervaring leert me dat je er vanaf de hoek naast de apotheek twintig minuten over doet. Is de file langer dan moet je wel heel gemotiveerd zijn om je erin te storten.

En daar zit nu de knoop. Ik kan vanuit mijn venster net niet zien hoe het gesteld is met de drukte aan de winkel. Alle groen, lieflijke mensentafereeltjes en oppoppende bloemenperkjes ten spijt, is mijn stukje van de straat niet informatief. Ik moet nog altijd de deur uit en een halve straat stappen om poolshoogte te nemen en het geschikte moment voor de boodschappen te bepalen.

Het gaat even door mijn hoofd: misschien moet ik bij de gemeente een aanvraag tot webcam met zicht op de Colruytparking indienen. Daar zouden veel bewoners in de wijde omgeving mee gebaat zijn. Geen nodeloos aanschuiven op het verkeerde moment meer en dus zo veel meer tijd om snoezige en vermakelijke tafereeltjes vanuit het raam gade te slaan…

Wat denk je Herman, toch maar even in de pen kruipen?

<- Terug