De dagen glijden hier opwaarts voorbij,
langs bomen die wolken dragen zoals de Zenne haar vallei.
langs de kinderen van later, gekerfd in hun dromen,
door de bijtende aarde, met haar tong des tijds.
langs de bessen die rijpen, bitterzoet,
en de bramen die strelen, als ‘s avonds ‘t fluitenkruid speelt.
hier heerst de mispel vergeten, hij centreert onze dagen
met buren, familie en vrienden, ver van elkaar.
ook hier,
“La vita è Bella”
” La vita è Bella” Herman, het leven weerklinkt.