Interview Roderik Six

Waar bent u op dit moment mee bezig? 

Met twee dingen tegelijk. Ik ben bezig met de eindredactie van In het wit, mijn roman die in september verschijnt. Tegelijkertijd pik ik in het huis van Herman Teirlinck de draad op van een oude roman. In het wit was daartussen gekomen: het idee voor dat boek spookte al langer in mijn hoofd en begon met de tijd te groeien. Ik schreef In het wit uiteindelijk in twee keer drie maanden. Ik wou testen of ik dat idee in een beperkte tijd kon uitwerken. Nu die roman is afgewerkt, keer ik terug naar die eerste roman.

U schrijft met een vulpen. Heeft dat iets te maken met de manier waarop u literatuur benadert?

Ik heb al mijn romans met een vulpen geschreven, behalve In het wit. Dat is zo gegroeid omdat ik graag met de hand schrijf. Daarbij zit ik door mijn werk bij Knack al zo vaak achter mijn computer geplakt. Ik associeer tikken daardoor met journalistiek. Literair schrijven doe ik liever met pen: zo is het echt een handeling. Door het fysieke aspect ervan heb ik de indruk dat ik beter schrijf: het gaat trager en het is soms lastig. Net omdat het zo precieus is, moet je ook goed nadenken over wat je schrijft, want elke zin kost tijd. Wat ik ook fijn vind, is dat als je iets schrapt of herformuleert, de oude zinnen blijven staan, in tegenstelling tot als je iets deletet. Fouten kunnen net heel vruchtbaar zijn. Een idee dat op dat moment niet werkt, kan binnen twintig pagina’s wel werken.

Zijn er bepaalde thema’s die steeds weer uw werk binnensluipen?

In mijn eerste drie romans is dat vooral het kwaad. Specifieker behandelde ik de vraag vanwaar het kwaad komt en of we iets kunnen doen om de wereld te verbeteren. Maar het is niet zo dat ik vooropgelegde thema’s heb. Ik denk dat de dood ook een onderhuids thema is, maar dat is in elke literatuur zo. Dat is waarschijnlijk ook de enige reden waarom je zou schrijven.

Liefde komt minder in mijn werken terug. In mijn nieuwe roman is dit wel een belangrijker thema: je kan die bijna zien als een grootse liefdesroman. Maar het is niet zo dat ik op voorhand denk, ik ga daarover schrijven. De natuur zit er ook altijd in, maar die is eerder een soort personage dat steeds op de achtergrond aanwezig is.

Welke positie neemt het schrijven in uw leven in?

Het schrijven was eerst. Heel lang geleden kocht ik een fototoestelletje. Dat idee van “een beeld meenemen” sprak me erg aan. Ik kijk dankzij fotografie ook anders. Ik houd van het idee van een momentopname. Ik schreef hier dan korte verhalen over en noemde die “snapshotstories” of “gevonden situaties”. Een serie daarvan stond in NRC Next. Voor de krant was dat een heel nieuwe vorm. Eentje die gelinkt is aan straatfotografie, wat ik een logische vorm vind, want volgens mij liggen de verhalen ook op straat.

Zijn er bepaalde thema’s die steeds weer uw werk binnensluipen?

Naast mijn liefde voor Melissa is dat het enige. Ik zou niet zonder kunnen. Ik ben er zodanig mee vergroeid. Ik denk dat dat de reden tot mijn bestaan is. Het is het enige wat ik hier moet doen.

Is er iets dat u recent gelezen heeft dat u geraakt heeft (in de brede zin van het woord)?

Ik ben een beetje misvormd op dat vlak: ik schrijf elke week recensies voor Knack. Telkens nadat ik een boek gelezen en besproken heb, is het instant verdwenen uit mijn hoofd.

Ik denk niet dat ik de laatste jaren echt beïnvloed ben door andere auteurs. Ik kan wel bewondering hebben voor goedgeschreven werken. Ik moet spontaan denken aan Dius van Stefan Hertmans. Het heeft me in die zin ook geraakt omdat het over mannenvriendschap gaat. Dat is een thematiek die de afgelopen jaren wat ondergesneeuwd is, en ik vind dat hij dat thema zeer goed behandeld heeft. Er spat een bepaalde intensiteit van de pagina’s af waarin je de hand van de meester ziet.

Met welke verwachtingen ben je hier in het huis van Herman Teirlinck op residentie gekomen?

Met zo weinig mogelijk verwachtingen. Ik had een drukke periode achter de rug bij Knack Focus: ik heb veel interviews mogen doen en reportages mogen maken. De drukproef van In het wit was ook net klaar. Ik kwam hier echt met het idee: ik ga ontspannen, wandelen en genieten van de natuur. Het helpt om eens weggerukt te zijn uit je eigen huis: het brein heeft nood aan ademruimte.

Roderik Six (1979) is literair journalist bij het weekblad Knack. Met zijn debuut Vloed won hij prompt De Bronzen Uil. Zijn tweede roman Val werd bekroond met de driejaarlijkse Prijs voor de Letteren van de provincie West-Vlaanderen. Ook zijn romans Volt en Monster werden lovend onthaald. In september verschijnt zijn nieuwe roman In het wit bij uitgeverij Prometheus. Roderik Six woont en werkt in Gent.