Binnendieren
Door Hanneke van de Kerkhof

<- Terug

Samen met mijn kater zit ik achter een frisgewassen tralies van glas. De wereld ging op slot, alweer vijftig dagen geleden. Het nieuwe gewoon. De anderhalvemetermaatschappij en burgerzin zijn begrippen geworden die we dagelijks lezen in de krant. Een gemeten geweten. Toch lossen cijfers niet alles op.

De lente doet haar best, knoppen ontploffen, zelfs binnen tranen mijn ogen als gevolg van een pollenallergie die haar grenzen niet kent. De zon probeert ons uit onze tent te lokken maar we zijn moedig en houden vol. Kinderstemmetjes klinken door de dunne stadsmuren waar ze eigenlijk buiten zouden moeten klateren, als fris water na lange droogte. De wolken razen voorbij, enkel de wolken, mensen razen niet meer.
Ik praat tegen de planten, de kat en natuurlijk tegen mezelf. Zoveel verloren woorden, die vallen nog voordat ze aankomen. We luisteren naar elkaars verhalen, draadloos verbonden verdrinken we in eenzaamheid. De glimlach, verstopt achter een zelf genaaid masker. We zien eruit als bandieten in een Western. Ogen blikken angstig weg. We zijn allemaal potentieel gevaarlijk, virusdragers, tot de dood erop volgt.

Pijlen op de grond als een speurtocht voor kinderen moeten verhinderen dat we elkaar voor de voeten lopen in leeggehamsterde winkels. Haren groeien onverstoorbaar verder, net als het gras in het park waar je niet mag gaan zitten, enkel in beweging blijven, snel snel een frisse neus. Boetes voor ‘te dichtbij’ worden uitgedeeld als zoete broodjes op een zondagochtend. De dagen verliezen hun betekenis. Kinderen verwelken nog in de knop, ouderen worden behandeld als dor hout.

Ramen zijn etalages van verstild leven waaruit witte lakens wapperen vol overgave. Elke avond klappen we ons naar de waanzin voor helden die tot voor kort wegbezuinigd werden.
Economisch gezien is het een ramp, orakelt het nieuws. Mentaal een catastrofe, fluisteren we zacht tegen de muren. Mijn huid hongert waar stille hoop groeit dat we mogen beseffen wat er werkelijk toe doet in een gelukkig leven.
Ik sta op, geef de kat zijn brokjes en maak de essentiële verplaatsing naar de bank. Weer een dag op de kalender en de zon gaat onder.

<- Terug